Veel mensen keken de afgelopen maanden raar op als ze ineens een groep jonge wielrenners in tenue hard zagen trainen. Op zich is dat gegeven niet zo raar. Maar wel als ze dat doen zonder fiets. En dan ook nog eens op picknicktafels, glijbanen en allerlei trappen.

Door Fabian Eijkhout

RAAMSDONKSVEER – Zes renners in het rood-wit-blauwe tenue van wielervereniging De Jonge Renner en de regenboogtrui van Ryan Kamp uit Raamsdonksveer verzamelden maandag voor een buiten-core-training van Niels van Beek, onder de vlag van Fysio Velo. Niet in een oefenruimte, maar buiten op een plek die je vooraf niet direct als trainingslocatie aan zou wijzen. Dit keer was dat het Tolburgplein, aan het water dat tussen Geertruidenberg en Raamsdonksveer stroomt. Eerst even terug naar het begin, want hoe komen die renners überhaupt bij elkaar in een trainingsgroepje in dit dorp?

“Ik had een aantal mensen van De Jonge Renner onder behandeling”, zegt Niels van Beek. Twee gasten wilden graag core-stability training doen. Toen heb ik gezegd: zoek er een paar gasten bij en maak een mooi clubje, dan gaan we het doen. Dat hebben ze gedaan en in november 2018 zijn we er mee begonnen”, legt hij uit. De kosten per training? “Niets. Het is sponsoring voor De Jonge Renner. Wat moet je daar nou voor vragen aan een vereniging? En het is voor mij leuk om te doen, die gasten zijn allemaal superfanatiek.”

Normaal is dat dan in de praktijk van Bloemsaat & Van Beek, in de oefenzaal. Nu al even niet. “We mochten door het coronavirus op een gegeven moment helemaal niet meer trainen, dat is een maand of twee geweest. En toen we weer mochten sporten, was dat alleen in de buitenlucht. Nou, dat zijn we gaan doen. Vaak eerst een rondje fietsen als warming-up en dan starten. We zijn op zeven of acht verschillende plekken geweest: Made, Hank, Geertruidenberg en een paar plekken in Raamsdonksveer. En dat was leuk. We konden de gekste dingen verzinnen. Van trainen in een speeltuintje tot met een vlot oversteken. Ze doen alles.”

‘Veel bekijks’
Het valt op, de kleurrijke verschijningen. In de fietskleding, vaak zonder fiets. “De eerste training was in een speeltuintje. Toen heb ik ze met de fiets op de rug rond het speeltuintje laten lopen. Steeds meer mensen kwamen in hun tuintje staan kijken wat er allemaal aan de hand was. Dat was wel leuk. En hier op het Tolburgplein kijken mensen vanaf het balkon naar alle bezigheden. Dat is wel leuk.”

De sporters kunnen er zelf ook wel om lachen. En dat mensen wat vreemd opkeken en zich afvragen wat ze daar aan het doen waren in de afgelopen maanden vinden ze ook niet gek. “Dat zou ik zelf ook doen”, zegt Sam Oosterholt uit Made. Jari Prins uit Hank vult aan. “Je moet dit doen, anders krijg je overal last van. Door deze trainingen te doen heb je minder snel last. Maar nu is het ook gewoon leuk. Met iedereen samen is al anders dan alleen in je kamer of de garage. En normaal ga je op zo’n bankje zitten”, zegt Prins terwijl hij wijst naar een picknicktafel. “Nu ga je er met je voeten op en doe je zware oefeningen. En een trap ga je ook niet zomaar twee minuten oprennen.”

Sven Pijnenburg is in zijn eigen dorp aan het trainen. Maar of hij het nou echt zo leuk vindt? “Nee, leuk niet. Als we weer moeten planken van Niels dan denk ik: ahh, nee! De opdrachten zelf zijn niet het leukste. Maar het is puur de gezelligheid. Het is leuk om met z’n allen bij elkaar bezig te zijn.”

Zware training
De lol spat er ook echt vanaf als ze bezig zijn met hun oefeningen, tegelijkertijd verschijnen er steeds meer zweetdruppels op de hoofden van de sporters. “Onder leiding van Niels willen we allemaal een betere versie van onszelf worden. Buikspieren en beenspieren onderhouden en beter maken. Het is veel lachen met z’n allen, maar ondertussen is het ook afzien”, zegt Bart Rutten uit Den Hout.

Sven Mulder heeft net als bijna alle renners dezelfde ambitie met het fietsen. Zo hoog mogelijk komen, dromen van een profbestaan. “Als ik geen prof zou worden zou ik alsnog wel fietsen. Maar dan gewoon. Als ik het niet zou doen om prof te worden, zou ik dit ook niet doen”, zegt de renner uit Raamsdonksveer met een lach.

Ryan Kamp rijdt al voor een profploeg. De renner van Pauwels Sauzen-Bingoal sloot op een gegeven moment aan bij de trainingen van Van Beek. “Dit is goed voor een wielrenner, maar voor een veldrijder sowieso. Wij doen net iets meer met ons lichaam. Ik moet vooral mijn bovenlichaam een beetje bijhouden. Maar als ik met gewichten ga gooien word ik te gebonkt. Dit is ook meteen een beetje werken aan je uithoudingsvermogen. Het is wel lekker om te doen. En thuis vind ik het lastig om zelf dingen te doen op dit gebied. Dan ben je er wat sneller op uitgekeken, heb ik minder inspiratie en denk ik na een kwartiertje: volgende. Zo is het een beetje lachen bij en met elkaar, wordt het een stuk leuker.”

Het liefst zit hij toch op een fiets, geeft hij zonder aarzeling toe. Wat er dan wel leuk is aan deze trainingen? “Eigenlijk doe ik hier niets graag, haha. Het is ook een beetje ongewoon. Springen is nog het makkelijkste om te doen, omdat je dat met je benen doet en ik daar toch het sterkst in ben. Maar ik ben bijvoorbeeld rampzalig op het gebied van opdrukken. Niels zegt altijd dat een wielrenner slecht moet kunnen opdrukken. Nou, dan kom ik aardig in de buurt. Maar ik merk wel dat ik iets meer man geworden ben sinds dat ik veel doe. Ik ben ook in de schouders gegroeid en dat komt met de cross wel van pas.”

Gek vindt hij het wel, om zo in zijn fietskleren rondjes te rennen. Ook nu weer, aan het einde van de training doen ze nog even een wedstrijdje wie het snelste van de start onder de Bergse brug door is gerend, naar de olifant die daar staat en terug. Ondanks dat het wat vreemd is, vliegen ze wel allemaal als gekken weg om de snelste te zijn. “Op het balkon zie je mensen ook kijken: wat zijn die nou aan het doen. Het is leuk, beetje humor. Ik krijg ook vaak berichten: wat ben jij nou aan het doen? Nou, lol maken en toch iets goeds aan het doen. Ideale combinatie!”

Van Beek kijkt het tevreden aan. De combinatie van passie voor de sport, de wil om het hoogste te bereiken en het plezier zijn een perfecte mix voor hem om er ook voldoening uit te halen. “Dit uurtje telt eigenlijk niet mee op een dag, dat is echt zo voorbij.”

Niels van Beek:  “Le patron” de Fysio Velo

In 1990 startte ik als fysiotherapeut en vanaf 2005 ben ik (mede-)eigenaar van Van Beek & Bloemsaat, Centrum voor fysiotherapie en beweging in Raamsdonksveer. In 2012 raakte ik bevangen door het fietsvirus en ben ik op de racefiets actief als fanatieke recreant. Sportfysiotherapie en manuele therapie lopen als een rode draad door mijn loopbaan als fysiotherapeut.
Optimaliseren van de beweeglijkheid van wervelkolom, spieren en gewrichten is de basis om daarna de aangedane regio en core op te trainen. Fysiotaping en/of Dry Needling kunnen hierbij ondersteunend zijn. Om specifieke kennis uit te breiden t.a.v. wielerblessures en de basis van bikefitting, heb ik de afgelopen jaren diverse cursussen gevolgd in België.

Werkwijze Fysio Velo

De werkwijze van Fysio Velo is om samen met de patiënt/klant te zoeken naar de oorsprong van de klachten en er samen voor te zorgen dat het lichaam weer sterker wordt. Voor specifieke bikefitting of inspanningstesten heeft Fysio Velo een samenwerking met een aantal specialisten in de regio.

Sinds 2020 is Van Beek & Bloemsaat officieel sponsor van De Jonge Renner (DJR) en vanaf november 2018 wordt er onder begeleiding van Niels door een aantal jeugdleden van DJR fanatieke core-training uitgevoerd.

Dus;
Heb je na je fietsrit last van je nek,
Speelt je rug op tijdens het mountainbiken,
Beperkt de pijn in je knie je wielerprestaties,
Heb je het vermoeden dat je fietshouding zorgt voor klachten,
Of wil je na je val een vakkundige diagnose en
een plan om zo snel mogelijk weer op de fiets te zitten,

Kortom, wil je klachtenvrij fietsen !!! BEL: 0162-516358 of 06-51 99 25 06

Van Beek & Bloemsaat, Collegeweg 2c, 4942 VD Raamsdonksveer.